Er is veel onduidelijk in het leven, vinden jullie niet? We hebben bijvoorbeeld geen idee waar het naartoe gaat met de regering (het is zelfs niet duidelijk of de formatie nu wel of níet is geklapt), of in hoeverre we in Nederland last krijgen van de klimaatcrisis. Kijken we verder over de grens; dan weten we niet wat de plannen van Poetin zijn, of Trump opnieuw president wordt, en welke coronavarianten er nog op ons af komen. Ook dicht bij huis vliegen de vraagtekens je om de oren: krijg je alzheimer van de bestrijdingsmiddelen op fruit en groente in de supermarkt? En waarom doen ze daar in Europa niets aan?

Alsof dit niet genoeg stof tot nadenken is, is bij mij ook nog eens the big 4-0 in zicht. Nu, op mijn 39e, vraag ik me dagelijks van alles af: wat wil ik qua carrière nog bereiken, hoe gaat het leven met opgroeiende kinderen eruit zien, hoe is het om straks een puber in huis te hebben, wanneer komt de (pre)overgang en hoe erg is dat eigenlijk?

Er is één plek waar ik rust vind: in onze achtertuin, bij de kippen. Kippen brengen een kalmte mee die ik in geen zenmeditatie gevonden heb. Daarom drink ik, als ik thuis werk, mijn kopje koffie bij de kippen. Zij scharrelen dan wat rond, eerst bij mij en mijn kopje koffie in de buurt, later gaan ze hun eigen gang. Al kletsend en kakelend fladderen ze door de tuin, nemen soms een zandbad onder de rozenstruik, gaan op onderzoek uit in de schuur. Ze pikken op waar ze zin in hebben: een wormpje, blaadje of een stukje appel. Mussen, duiven en eksters die het wagen om in onze tuin te landen worden vakkundig weggejaagd.

Terwijl ik dan, kijkend naar de kippen, mijn koffie drink, lijkt het alsof zij me willen zeggen dat ik me niet zo druk moet maken. Dat ik moet genieten van kleine dingen: een wormpje of een rozenstruik. Van Poetin tot de pre-overgang: hier bij het kippenhok zijn alle zorgen ver weg.